Deze tabel met calculator kun je als Windows App en als offline-HTML downloaden.
Optimaal afdrukken en de zin of waanzin over Mpx, ppi, pixels,
dpi, dots en resolutie.
Gegevens van je display:
Zin of waanzin:
Je hoort en leest de
meest waanzinnige dingen over resolutie, megapixels, pixels per inch (ppi) en dots per inch
(dpi).
Resolutie,
ook wel scheidend vermogen of oplossend vermogen, is een relatief gegeven en relatief is het
tegenovergestelde van absoluut. Toch wordt resolutie steevast als iets absoluuts
gezien. Bijvoorbeeld dat een foto een resolutie 300 ppi
(of heel stom, 300 dpi) moet hebben. Het is dus geen wonder dat er
bakken vol met bakerpraatjes ontstaan.
Ppi is een resolutie over 25,4 mm en het
voorgaande is helaas ook hierop van toepassing.
Dpi heeft totaal niets met resolutie van doen, maar dat schijnen maar
weinigen, ook professionals, door te hebben. Ze verwarren dpi met ppi en
gebruiken het zelfs door elkaar.
Megapixel,
hoe meer hoe beter vindt men. In de tabel zie je, en
verderop lees je, dat dit in de meeste gevallen geen verbetering is. Het is natuurlijk wel een
perfect uitgekiende verkoop truc om je
steeds aan een nieuwe camera te "helpen". Meer als 10Mpx is bijna altijd alleen
maar ballast. Let liever op de lichtgevoeligheid van de sensor en de lens.
In het hierna volgende probeer ik de zin van resolutie te verduidelijken.
Ons gezichtsvermogen; resolutie, ook wel het
scheidend vermogen of oplossend
vermogen, van het oog:
Bij resolutie gaat het hier om de
booghoek (in de tabel één booggraad) van onze ogen, maar het is
van toepassing op alle optische systemen.
Bekijk de werken van van Gogh eens van 10 m afstand,
zijn aparte schildertechniek zie je dan niet meer. Dat zelfde zie je bij evenementen
op die enorme beeldschermen, van dichtbij ziet het er uit als ministick
(eigenlijk
meer als maxistick). Onze ogen werken dus niet met een vaste resolutie, de
resolutie van het zien
is afstand afhankelijk dus relatief. De millimeterstreepje op een maatlat kun je op een afstand
van 1,5 m niet meer afzonderlijk waarnemen. Op leesafstand kunnen we, met goede
ogen en maximaal contrast (wit/zwart), 100 lijnen
per cm (= 254 ppi) niet meer als losse stipjes
of lijntjes onderscheiden. Op leesafstand is 300 ppi is voor onze ogen dus ruim
optimaal. Uit het boven staande kun je opmaken dat dit voor ons bij foto's nogal
goed uit komt. Hoe groter de foto, hoe groter de kijkafstand wordt om de foto goed
te kunnen overzien. Afdrukken in een te hoge resolutie geeft dan, vanaf die afstand
bezien, geen betere resultaat.
TEST: Op
21", 96 ppi, 1680 x 1050 monitor, vergelijk deze twee foto's bij een afstand van
75 cm en van 300 cm.
Bij display met andere resolutie/inch moet je de kijkafstand
verhoudingsgewijs aanpassen.
(bv, display breed; 400
px in 2,36", dat is 400 / 2,36" = 170 ppi, ongeveer de halve kijkafstanden
van boven)
Wat het allemaal betekent:
Resolutie, pixels, dots, oplossend vermogen, scheidend vermogen, ppi,
ppcm, dpi, pl, picoliter,
aspect ratio, 3:2 of 4:3 daar wordt je misschien niet goed van.
Resolutie is eigenlijk het
scheidend vermogen, ook wel
oplossend vermogen, van optische apparaten;
het maximale aantal horizontale en verticale (kan verschillend
zijn) afzonderlijk van elkaar te onderscheiden lijntjes per centimeter (of
inch, 2,54 cm). Een resolutie kun je aangeven in
het aantal lijnen per maateenheid (inch/cm) of
als het totaal aan horizontale en verticale beeldpunten
(beeldscherm/(foto)print).
Een
pixel is het kleinste vlakje dat afzonderlijk
kan worden weergegeven. In het fotobestand bevat een pixel de RGB-waarden
(Rood/Groen/Blauw-informatie) van één
sensorelement.
Een dot is het spatje van één inktdruppeltje
en wordt uitgedrukt in de volumemaat pl
wat de afkorting is voor picoliter
(1 pl = 0,000 000 000 001 liter). Je kunt geen
vaste oppervlaktemaat aan een dot toekennen (dus ook
geen resolutie of ppi), het druppeltje spat uiteen en op het
(foto)papier vloeit het, afhankelijk van het papiersoort en kwaliteit, meer of minder
uit. Een dot heeft dan ook helemaal niets met resolutie van doen, ze worden geheel
of gedeeltelijk overlappend geplaatst zodat de juiste kleuren worden gemengd en/of
in elkaar overvloeien. Op (foto)papier heb je dus geen enkele resolutie meer. Er
is wel fotopapier met een soort van resolutie, namelijk een raster van kleine kamertjes
welke de inktspatjes, geheel of gedeeltelijk (komen ook
op de randen terecht), opnemen.
Ppi
(Pixels Per Inch) is het maximale aantal aan afzonderlijke,
niet overlappende, vlakjes per inch (2,54 cm)(wordt ook wel uitgedrukt in
ppcm = pixels per cm). Het aantal horizontaal en vertikaal is niet per se gelijk
(aspectratio anders dan 1 of 1:1).
Dpi (Dots Per
Inch) is het aantal inktdruppeltjes dat maximaal per inch, elkaar geheel
of gedeeltelijk overlappend, kan worden aangebracht. Dit heeft dus totaal niets
met resolutie van doen.
Aspect ratio
is de verhouding tussen breedte en hoogte (b:h).
Het wordt bij foto's gebruikt (zie bij
3:2) maar ook voor pixels
(b.v. tv - bij foto's is dat normaal 1 of 1:1 en dat
geef je gewoonlijk niet aan). In plaats van de verhouding zie je soms ook
een factor vermeld staan, b.v. 1,5 en dat is gelijk aan 3:2
(15 x 10 is een verhouding van 3:2, 3 / 2 = 1,5 en 10
x 1,5 = 15 en 15 / 1,5 = 10 ).
3:2 is het klassieke foto formaat, bv.
15 x 10 (= 3x5cm bij 2x5cm = 3:2), 20x30
(≈A4), 40x60 (≈A3),
50x75, .... Afwijkend zijn 10x13 en 13x18. Beetje vreemd; bij foto's geef
je de maten op met h x b, bv. 10 x 15, en dat is dan 2:3 in plaats van 3:2.
Sommige
camera's, meest compactcamera's, schieten (ook) in
4:3, dat is het oude TV en monitor formaat
(dat van voor breedbeeld).
Opmerking: Bij
beeld wordt een aspect ratio meestal afgerond op gehele getallen.
Rekenvoorbeeld - een optimale resolutie bepalen:
(dit heeft alleen nut voor afdrukken, bij een display ben je gebonden aan
de beschikbare schermresoluties in ppi)
variabele gegevens:
Cw =
10 cm (w of h afmeting
van afdruk)
Ch = 15
cm (h of w afmeting van afdruk)
Ppi = 300 ppi (pixels/inch
- door deze waarde te variëren bepaal je de minimum optimale kijkafstand met de
bijbehorende resolutie)
berekeningen:
Pw = Cw / 2.54 * Ppi = 1181 pixels
(w of h resolutie voor afdruk)
Ph = Ch / 2.54 * Ppi = 1772 pixels
(h of w resolutie voor afdruk)
Mp = Pw * Ph / 1000000
= 2,09 MegaPixels (minimale
resolutie camera - hier is Mega 1000 en niet 1024)
mm = Cw * 10 / Pw =
0,085 mm (pixel afmetingen
= 0,085 x 0,085 mm, aspect ratio 1)
cm = mm / 0.004 =
21 cm (optimale kijkafstand
- 0.004 kun je herleiden uit de grafiek in de tabel bovenaan deze pagina)
resultaat voor optimale resolutie en kijkafstand:
afmetingen: 10 x 15 cm
pixels: 1181 x 1772 px, 300 ppi, 2.09
Mpx, 0.085
mm
kijkafstand: >= 21 cm
Met mijn calculator,
bovenaan op deze pagina en als download, gaat het
natuurlijk veel makkelijker.
Waar het om gaat:
Camera's en printers moeten een resultaat opleveren dat aan ons doel voldoet.
Als je foto's uitsluitend op een scherm vertoont dan helpt een hoog aantal
MegaPixels niet. Een beeldscherm met een resolutie van 1680x1050 heeft slechts
1,76 Mpx, dus een 2 Mpx camera geeft dan ruim
voldoende pixels. Maar wil je de foto's in een A4-fotoboek laten afdrukken dan wil
je fotokwaliteit, een 10 Mpx camera heeft dan een ruim voldoende aantal aan pixels
(kijkafstand >= 21cm - A4: 21x29,7cm = 210/25,4*300
x 297/25,4*300 = 8,77 Mpx). Wil je groter afdrukken dan wil dat niet gelijk
zeggen dat je dan een camera met meer dan 10 Mpx nodig hebt
(daarover verderop, of zie in tabel).
Als je
niet zelf je foto's wilt printen dan heb je geen printer met 6 inkttanks nodig en
ook geen inktdruppeltjes van 1 pl (pl = picoliter, zie
verderop).
Camera:
Veel belangrijker als dat niet
zo interessante "magische getal" in Mpx is de pixelgrootte en de daarmee
samenhangende lichtgevoeligheid van de sensor. Zet je er dan nog een redelijk
goede lens
voor dan heb je niets meer te wensen over. Zelf gebruik ik
(medio
2013) alleen nog maar een Nikon 1 V systeemcamera, heeft "slechts" 10Mpx, dus
een 76 x 115 cm afdruk levert nog een prima afdruk op
(zie tabel).
Een groot nadeel van
een te veel aan pixels is dat het langer duurt en
meer opslagruimte in beslag neemt. Hogere verwerking- en opslagsnelheden drijft
de kosten op en als je dat te veel aan pixels dan
ook nog eens weggooit...
Printer:
Voor het gewone dagelijks gebruik,
en niet te veel afdrukken per week, kun je met een relatief goedkope printer volstaan.
Let dan vooral op de kosten per vel, die lopen sterk uiteen en maken sommige printers
erg duur in het gebruik.
Alleen als je de foto's zelf wil afdrukken heb je wat
aan een duurdere printer. Een voor foto's geschikte printer heeft 6 losse inkttanks
en inktdruppeltjes van maximaal 1 pl (pl = picoliter,
zie verderop). Over het aantal aan horizontale en verticale dots per inch
(dpi) hoef je je niet druk te maken, bij een printer
met 6 inkttanks en druppeltjes van 1 pl zit dat zeer zeker wel goed. Zelf
gebruik ik (medio 2013) een Canon Pixma MG6350, die doet
niet onder voor de betere afdrukcentrale.
Opnames, bij voorkeur in RAW, altijd eerst optimaliseren:
Domweg de sluiter indrukken en dan afdrukken is doodzonde. Na het optimaliseren
wordt het pas mooi, zie mijn voorbeeld
Zo makkelijk
is fotograferen! - Roos (RAW).
Zie ook mijn artikelen:
- Adobe Lightroom, het gemak dient de (hobby)fotograaf
- Nikon Capture NX 2 workshop
- NEF fotografie - info & tips
Wat gebeurt er met een te veel aan pixels:
Dat is heel simpel: Bij afdrukken gebruiken we die niet. Bij het verkleinen gooien we
ze weg, als je niet eerst een kopie maakt dan zijn ze voorgoed verloren gegaan.
Een Nikon 1 systeemcamera met 10 Mpx geeft foto's van 3872
x 2592 = 10.036.224 pixels. Bij afdrukken op 10 x 15 cm met 300 ppi gebruik je slecht 1181 x
1772 = 2.092.732 (zie tabel). Het verschil, 10.036.224
- 2.092.732 = 7943512 = 80% gebruik je niet, bij verkleinen ben je ze zelf kwijt.
Natuurlijk wordt er niet zomaar, horizontaal en vertikaal, strookjes beeldinformatie
weggelaten of gewist. De overblijvende pixels worden met interpolatie berekend en
aangepast. Het resultaat is een foto waarin veel details uit de oorspronkelijke
opname, en ook die van eventuele fotobewerkingen, een verandering hebben ondergaan. Een 10 x
15 cm afdruk, geknipt met een kwalitatief goede 2 Mpx camera, geeft gegarandeerd
een beter resultaat dan een kwalitatief goede 16 Mpx camera
(vervreemding/vernieling door interpolatie).
Pas altijd eerst de resolutie aan en daarna pas de opname optimaliseren
en pas als laatste verscherpen.
Let er op dat je bij het verkleinen het juiste interpolatie algoritme kiest
(zie ook de 2e afb. hieronder).
Wat kun je doen aan een te weinig aan pixels -
Pixels in stapjes toevoegen:
In een fotoapplicatie kun je een
natuurlijk ook vergroten, maar bij te veel vergroten wordt het er niet mooier
op. Dat komt omdat het tegenovergestelde van wat er hiervoor staat beschreven
gebeurt. De nieuwe pixels worden door interpoleren berekend en tussengevoegd.
Eens zo groot is vier maal zoveel pixels (200%
horizontaal x 200% verticaal = 400% oppervlakte). Veronderstel je wil
300% groter (=400%), dan krijg je steeds één
originele pixel met naar rechts en er onder drie nieuwe rijen en kolommen, totaal 15
nieuwe pixels
. Dat is een enorme
aanslag op de details. Er is wel een trucje dat een zichtbaar beter resultaat kan opleveren. Steeds in stapje van 110% vergroten
tot het gewenste formaat is bereikt. Op deze manier wordt steeds slechts
1/10 aan
nieuwe pixels tussengevoegd. 400% in stappen van
110% lijkt veel werk maar dat zijn slechts 11 stappen van 110% en één stap voor
laatste aanpassing van ongeveer 5%. Zet bij de eerste vergrotingsstap de
macrorecorder aan (indien beschikbaar) en sla
het op. Voortaan kun je gewoon op de macro klikken om 110% te vergroten. Je zou
kunnen denken dat nog kleinere stappen een beter resultaat kan opleveren maar
dat is niet zo.
LET OP: Er zijn
programma's, zoals Photoshop CS5 en nieuwer, welke zo optimaal interpoleren dat
je beter in één stap kunt vergroten.
Let er op dat je het juiste interpolatie algoritme kiest.
(er zijn ook programma's zonder keuzes, die kiezen
zelf het passende algoritme)
Wat kun je met een te veel aan pixels:
Soms
is een ruim te veel aan pixels wel erg prettig. Als je dan een uitsnede
(Crop) maakt dan
maak je eigenlijk net zo iets als een optische vergroting met een telelens. Zo creëer
je eigenlijk een foto met een lagere resolutie in afmetingen bij het zelfde aantal ppi´s, dus
zonder het verlies van details. Je maakt dan dus eigenlijk een soort tele-opname
zonder het typische telelens effect (diepte).
Ook kun je een panorama creëren door horizontaal een brede strook uit te snijden
(gebruik groothoek). Dat is heel veel scherper
dan een Sweep Panorama.
TIP: Eerst Crop (uitsnijden) toepassen en dan
pas de witbalans instellen. Daar na verder optimaliseren en als laatste pas
verscherpen.
Is er een probleem:
Ja, eigenlijk wel.
Kwalitatief goede consumenten camera's met een lage resolutie worden niet meer geproduceerd.
Alleen 2e hands is er misschien nog wat te koop, bijvoorbeeld Nikon Coolpix
955 met 3,34 Mp. Voordeel van dit soort camera's; prima lens en sensor en haarscherpe
10 x 15 cm opnames, focuslengte close-up tot 2 cm !!!. Nadeel, trage reactie op
het indrukken van de sluiterknop. Alle andere, moderne apparaten, met lage resolutie (smartphone &
Co) zijn totaal ongeschikt voor kwalitatief goede afdrukken vanwege de te kleine
en lichtzwakke sensors en slechte lensjes.
Wat is er allemaal mis bij het gebruik van de termen
ppi en pixels en dpi
en dots:
Veel fabrikanten liegen over het aantal pixels, vaak is
10, 12 of 16 Mpx effectief niet meer als 6 á 9 Mpx. En een (te)kleine sensor met
heel veel pixels vangt per pixel maar weinig licht op. Een grote sensor met minder
pixels kan een heel veel beter resultaat opleveren. Het juiste aantal pixels kun
je makkelijk zelf uitrekenen: vermenigvuldig het aantal breedte en hoogte pixels
van de maximum fotoresolutie uit de specificaties (bv. 3872
x 2592 = 10 Mpx).
Ppi en pixels
èn dpi en dots worden heel vaak voor het zelfde
gebruikt, zelfs door de groten der aarde zoals Microsof en Co. Pixels zijn naast
elkaar liggende vlakjes en dots zijn elkaar bedekkende en/of overlappende inktspatjes. Dat is dus
als appels met peren vergelijken of zelfs verwisselen.
Afdrukcentrale of printer:
Als je het
resultaat direct op papier wil zien dan zul je zelf moeten afdrukken. Waaraan
een geschikte printer moet voldoen staat onder het kopje
Printer. Een hele serie zelf afdrukken is flink duurder dan een AH, Hema,
Kruitvat,... afdrukservice, maar met een vakcentrale valt het verschil wel weer
mee. Bij zelf afdrukken bespaar je verzendkosten, dat kan dus voordeliger zijn.
Conclusie:
Resolutie, zowel in afmeting
als per maateenheid (ppi, ppcm), is een
relatief iets. De optimale resolutie in ppi
van een afdruk is uitsluitend afhankelijk van de beoogde minimum kijkafstand.
Het formaat (afmetingen hxb) doet er niet
toe.
Voor fotokwaliteit druk je tot en met het formaat 20 x 30 af met met een
resolutie van 300 ppi. Grotere formaten zo als posters kun je ongestraft in een
lagere resolutie afdrukken.
Laat je niet gek maken door hoge waarden bij specificaties
maar kijk eerst wat je zelf werkelijk nodig hebt.